Historiek: Van fanfare tot harmonie
Periode voor 1909
Hoewel de officiële oprichtingsakte dateert van 10 juli 1820, was de Sinte Ceciliavereniging vermoedelijk al actief in 1819. Sinte Cecilia mag dus terecht als de eerste Heistse fanfare (of zoals toen in de volksmond ‘sociëteit’) worden beschouwd. Deze vereniging voerde onpartijdigheid hoog in haar vaandel. Sinte Cecilia werd in de loop der jaren echter steeds liberaler, hoewel het bestuur hardnekkig het tegendeel beweerde.
In de schoot van de Maatschappij begon de verdeeldheid en misnoegdheid te sluimeren. Naast de politieke en financiële troebelen, wou het op muzikaal gebied ook niet meer boteren. In oktober 1903 werd de componist en muziekleraar Karel Mertens aangenomen. Deze begon onmiddellijk met de voorbereiding van het op 1 januari 1904 geplande concert. Karel Mertens stelde zelf het feestprogramma op zonder het bestuur hierin te kennen of inspraak te dulden. Dit leidde uiteraard tot onderlinge wrijvingen. Vanaf 1905 stapelden de incidenten tussen het bestuur en de muziekmeester zich op. Zo waren een aantal bestuurders niet meer akkoord met de keuze van de dirigent Karel Mertens.
Vanaf september 1908 wordt de onenigheid in de schoot van de Sinte Ceciliafanfare ten top gedreven en werden alle activiteiten van de vereniging stilgelegd.
Periode 1909-1914
Het stilliggen van Sinte Cecilia heeft de rebellerende groep o.l.v. notaris Theofiel De Bie ertoe aangezet om op 6 mei 1909 een nieuwe maatschappij op te richten. De benaming van deze nieuwe muziekvereniging, namelijk ‘Rust Roest’, is in dit opzicht veel betekenend. Rust Roest ontstond dus door een afscheuring van de moederfanfare Sinte Cecilia.
Wegens het te geringe aantal muzikanten en het gebrek aan een voldoend aantal instrumenten werd ‘Rust Roest’ gesticht als Koorzangmaatschappij met als dirigent Karel Mertens. Enkele muzikanten zorgden daarbij voor de begeleidende muziek. ‘Rust Roest’ toonde zich van in het begin zeer actief, dit in tegenstelling tot ‘Sinte Cecilia’ waar alle activiteiten voor onbepaalde tijd waren stopgezet. Rust Roest heeft blijkbaar onmiddellijk bekendheid willen verwerven door het op touw zetten van verschillende zangfeesten. Ze heeft op die manier zichzelf willen bevestigen en getracht het bestaan van de Sinte Ceciliafanfare te doen vergeten.
Vanaf september 1910 laat Sinte Cecilia echter opnieuw van zich horen en begint er een woelige periode. Op 23 juni 1913 deed de Rechtbank uitspraak in het geschil en stelde Sinte Cecilia in het gelijk. Beide partijen gingen in een uiterst vijandige sfeer hun eigen weg. De omstreden dirigent Karel Mertens hield bij ‘Rust Roest’ de muzikale leiding in handen tot aan het uitbreken van WO I.
Uit die tijd stammen ook de vooral bij de oudere Heistenaren gekende schimpnamen. Volgens de overlevering zijn deze als volgt ontstaan: Toen Rust Roest één van haar eerste uitstappen door de Bergstraat deed, droegen de meeste deelnemers houten klompen. Dit was trouwens een normaal schoeisel in die tijd. Toen de fanfare Rust Roest Charel van Kwade Tist (Jan Baptist Wouters), een fervente Sinte Ceciliafan, passeerde, merkte die smalend op: “Zie dat daar lopen, ’t is precies ne blokkenhoop”. En zo was de naam ‘DE BLOK’ ontstaan. Daar echter het schoeisel van de muzikanten van Sinte Cecilia niet veel beter was, lag het voor de hand dat deze vereniging door de aanhang van Rust Roest prompt tot ‘DE KLOON’ werd omgedoopt.
Periode 1914-1918
Gedurende de oorlogsjaren lag alle verenigingsleven volledig lam. Niet alleen had de Duitse bezetter strenge bepalingen opgelegd, maar ook alle muziekinstrumenten in beslag genomen.
Periode 1918-1940
Na de oorlogsjaren begon ‘Rust Roest’ langzaam aan de heropleving. Het zangkoor waarmee in 1909 was gestart, werd afgeschaft. Reeds vanaf 1919 kende de fanfare onder leiding van Louis Van Houtvin uit Booischot opnieuw succes en ook de toneelkring bleef actief. Geleidelijk aan verdween gelukkig ook de vijandige houding tussen Sinte Cecilia en Rust Roest en kwam het uiteindelijk tot een verzoening, die werd bezegeld met een gezamenlijke uitstap naar Vlissingen in augustus 1929. In de volksmond zouden beide fanfares echter hun bijnaam DE BLOK en DE KLOON behouden en dit tot omstreeks 1980 toen alle activiteiten bij Sinte Cecila werden stopgezet.
Na dirigent Van Houtvin werd eind jaren twintig de muzikale leiding van de fanfare verzorgd door Leopold Wijnens en dit tot zijn overlijden in 1936.
Van 1936 tot 1940 was de dirigeerstok in handen van Theo Denteneer, een militair muzikant uit Mechelen. Onder de kundige leiding van Theo Denteneer werd het muzikale niveau van het fanfareorkest verhoogd en eind jaren dertig telde de fanfare Rust Roest ongeveer 50 muzikanten. Het verenigingsleven was in volle bloei en zowel het fanfareorkest als de toneelvereniging onder regie van John Wils oogstte vele successen.
Periode 1940-1945
Gedurende de oorlogsjaren 1940-1945 lag het verenigingsleven opnieuw volledig stil.
Periode 1945-1950
Na de bevrijding in 1945 hernam de fanfare haar activiteiten onder leiding van Paul Wijnens, muzikant van de fanfare. Jos Vrancx blies de toneelkring nieuw leven door van gesproken toneel om te schakelen naar operettes. Voor de fanfare werd in 1948 opnieuw beroep gedaan op dirigent Theo Denteneer. Onder zijn leiding behaalde de fanfare verschillende uitstekende uitslagen op muziekwedstrijden.
Periode 1950-1962
Tijdens de jaren vijftig begon de Amerikaanse invloed zich te laten gevoelen in het ontspanningsleven. Er was nu immers een brede waaier aan ontspanningsmogelijkheden. De operettekring ‘Rust Roest’ was, ondanks haar grote successen, het eerste slachtoffer en diende na de herneming van ‘De Lustige Weduwe’ op 05 en 12 april 1951, bij gebrek aan spelende leden en de zwaarder wordende financiële lasten ontbonden te worden.
Alle energie werd van dan af in de fanfare gepompt. Op 6 september 1950 werd de jonge dirigent Georges Follman aangeworven. Hij zou de fanfare leiden tot hem in 1962 een zwaar verkeersongeval overkwam waardoor hij geruime tijd werk onbekwaam werd. Gedurende die 12 jaren behaalde “Rust Roest” trapsgewijs zeer degelijke uitslagen op alle nationale en internationale wedstrijden waaraan werd deelgenomen. Ondanks al deze successen kreeg de fanfare in 1962 te kampen met een ernstige inzinking. In oktober 1962 werd Denis Van de Putte als dirigent aangetrokken, maar het tij was niet meer te keren.
Periode 1962-1975
Ondanks de behaalde successen kreeg ‘De Blok’ in 1962 te kampen met een ernstige inzinking. Het wegvallen van dirigent Follman was hiervan zeker niet de eerste of enige reden. In feite was de malaise al eind jaren vijftig begonnen.
In 1963 werd het verkrijgen van het predicaat ‘Koninklijke’ nog feestelijk gevierd met uitreiking van eretekens aan muzikanten, bestuurders en verdienstelijke leden. Ondanks deze viering zag Denis Van den Putte het aantal muzikanten op de volgende repetitie niet stijgen en nam eind februari 1963 dan ook ontgoocheld ontslag. Zo bleef de fanfare op een bescheiden manier actief onder leiding van Staf Verbist (1963-1973).
Op 5 en 6 mei 1973 wenste het bestuur de fanfare opnieuw in de belangstelling te plaatsen. Het oude vaandel uit 1926 was zodanig versleten dat het dreigde te scheuren. Het bestuur besliste dus noodgedwongen een nieuwe vlag te laten maken en gaf aan de Heistse kunstenaar Fil Van Bel de opdracht om een ontwerp te maken. Hoewel vrij abstract opgevat symboliseert deze vlag volgens de kunstenaar “De Blok die musiceert”. Te gelijker tijd werd beslist om kostuums aan te kopen voor de muzikanten, dat bestond uit een bruine vest en een beige broek met daaronder een wit hemd. Op het vestzakje werd een schildje met de afbeelding van de vlag aangebracht. Een beige muts alsook een groen strikje vervolledigde de outfit. De inhuldiging van de nieuwe vlag werd feestelijk gevierd. De kern van muzikanten bleef echter te beperkt, zodat zonder versterking van muzikanten uit andere fanfares het onmogelijk werd om nog verder te musiceren. Van augustus 1973 tot mei 1975 werd de muzikale leiding in handen gegeven van Jos Bellekens. Maar het korps was te zeer uitgedund. Het einde van de fanfare naderde met rasse schreden.
Periode 1975-1982
Omstreeks mei 1975 ontstond er tussen pot en pint een vaag idee om de fanfare nieuw leven in te blazen. Het zou immers zeer spijtig zijn dat deze onpartijdige fanfare in het centrum van Heist zou verdwijnen. Een groep enthousiastelingen onder leiding en aansporing van Karel Verschueren dokterden samen met het toenmalige bestuur van ”Rust Roest” een reddingsplan uit. Men trok de baan op, op zoek naar muzikanten. Uren en avonden werden besteed aan praten en overhalen van muzikanten. Wat niemand aanvankelijk voor mogelijk hield werd in oktober 1975 verwezenlijkt. Voor het eerst zat er opnieuw een volwaardig orkest aan de pupiter onder leiding van de jonge dirigent Jos Moons. Aan de naam Rust Roest werd het woord “Verbroedering” toegevoegd. Het vernieuwde bestuur startte in 1976 met groot enthousiasme. Er werd beslist om het uniform van 1973 te behouden, mits het aanbrengen van enkele wijzigingen. Zo werd de muts afgeschaft, het groene strikje werd vervangen door een bruine das en ook het schildje op het vestzakje werd aangepast door het jaartal 1973 te wijzigen in 1976, alsook het woord ‘Verbroedering’ toe te voegen, dit om het ontstaan van de vernieuwde fanfare beter te duiden. In 1977 werd gestart met de editie van een periodiek tijdschrift en in 1978 werd een jeugdfanfare onder leiding van Pol Compagnie boven de doopvont gehouden.
Ondanks de vele successen en een zestigtal muzikanten gaf Jos Moons in het voorjaar van 1982 te kennen dat hij wenste te stoppen als dirigent van de fanfare Rust Roest Verbroedering. Hij wou zich meer gaan toeleggen op de jazzmuziek en zijn eigen J.M. Bigband.
Periode 1982-1994
Na grondig overleg en overweging viel de keuze van het bestuur op de in Heist en omgeving goed gekende dirigent en componist Frans Verbeeck die op 9 mei 1982 de dirigeerstok overnam. Ook onder zijn leiding beleefde de fanfare een bloeiende periode en promoveerde van 3de afdeling naar ereafdeling. In 1983 werd er een Vrouwenbond opgericht en een aantal muzikanten van de fanfare traden op onder de benaming ‘The Oldtimers’. Tijdens het jubileumjaar 1984 werd het 75-jarig bestaan van de fanfare gevierd met naast een aantal nevenactiviteiten de uitreiking van eretekens aan muzikanten en bestuurders tijdens het tweedaagse muziekfestival.
In 1994 diende Frans Verbeeck wegens gezondheidsproblemen de dirigeerstok neer te leggen. Het afscheid van Verbeeck werd gevierd met een prachtig concert en uitreiking van eretekens aan muzikanten en bestuurders.
Periode 1994-2006
Opnieuw werd geopteerd voor het aanwerven van een ervaren dirigent, met name Jozef Ratajzcak. Er werd nog steeds regelmatig met het nodige succes deelgenomen aan concerttornooien. Jozef Ratajzcak was ook dirigent bij de KF Eendracht Maakt Macht van Hulshout. Daardoor ontstond er een nauwere samenwerking met deze fanfare. Naast enkele duoconcerts vormde de reis naar Polen in oktober 2000 het hoogtepunt van deze samenwerking. Vooral het concert in de zoutkamers van de mijn Wieliczka en de feestelijke optocht door de straten waren een geweldige ervaring. Na het concert in maart 2006 gaf Jozef Ratajczak te kennen dat hij wenste te stoppen met dirigeren.
Periode 2006- 2010
De laatste jaren was de kern van trouwe muzikanten stilaan herleid tot een dertigtal eenheden. De wekelijkse repetities werden door heel wat onder hen niet regelmatig bijgewoond. Het bestuur besloot bij het aanwerven van een nieuwe dirigent rekening te houden met zijn verdienste in de opleiding van jonge muzikanten. De keuze viel op Patrick Verhaegen, die met de opleiding van jonge muzikanten reeds zeer vertrouwd was als dirigent van “De Berthoutbengels”. Patrick heeft tot op heden nog steeds de muzikale leiding in handen.
In het jaar 2009 zou de fanfare 100 jaar bestaan. Het toenmalige bestuur besloot om er een mooi jubileumjaar van te maken.
In oktober 2008 werd het programma voor het jubileumjaar 2009 in een vaste vorm gegoten.
Op vrijdag 30 januari 2009 werd de pers uitgenodigd op de feestelijke opening van het jubileumjaar door burgemeester Vleugels alsook de tentoonstelling ‘100 jaar fanfare’ in zaal De Oude Zwaan. Aansluitend werd er een receptie gehouden.
Op zaterdag 31 januari stond de tentoonstelling ‘100 jaar fanfare’ open voor het grote publiek en dit van 10 tot 18 uur. De bezoekers konden gezellig nakeuvelen in de voor deze gelegenheid ingerichte cafetaria met aanbod van drank en pannenkoeken.
Op zaterdag 14 en zondag 15 maart waagde dirigent Verhaegen het om met het fanfareorkest ‘De Vier jaargetijden’ van Vivaldi op het programma te plaatsen. De muzikanten droegen op hun wit hemd voor deze gelegenheid een zwart strikje. De muziek werd gevisualiseerd met mooie beelden. Op zaterdag 9 mei volgde dan het orgelpunt, namelijk het jubileumconcert met Paul Michiels en Peter Van Woensel in het cultuurcentrum Zwaneberg en dit voor een volle zaal. Dit jubileumconcert werd voorafgegaan door een diner in zaal De Oude Zwaan en als afsluiter werd er na het concert nog lustig gevierd tijdens de afterconcertparty in dezelfde zaal met DJ Jef. Op zaterdag 10 oktober ging het teerfeest met een feestelijk tintje door. Op zondag 15 november werd het koffieconcert opgeluisterd met retromuziek en konden de aanwezigen genieten van een heerlijk stuk verjaardagstaart.
Op zondag 13 december werd een lekker ontbijtbuffet als afsluiter van het jubileumjaar aangeboden.
Periode 2010 tot heden: Van fanfare naar harmonie
Ondanks het goed geslaagde jubileumjaar haakten weerom enkele muzikanten af. Na het jaarlijks muziekconcert ging Patrick Verhaegen op zoek naar mogelijkheden om nieuwe muzikanten aan te trekken. Eind maart 2010 besloot het toenmalige bestuur onder impuls van dirigent Verhaegen de fanfare om te vormen tot harmonie. Hierdoor werd Rust Roest Verbroedering de enige harmonie in Groot-Heist tussen de talrijke fanfares die deze gemeente rijk is. Met de uitbreiding van het orkest met houtblazers zou het aantal muzikanten een welgekomen boost moeten krijgen. Na een moeilijke aanvangsperiode en een intensieve samenwerking met de gemeentelijke muziekacademie is de harmonie momenteel op de goede weg. Dit neemt niet weg dat er voortdurend inspanningen worden geleverd om nieuwe muzikanten aan te trekken. Door de omschakeling naar harmonie konden in de eerste plaats de fanfarehemden niet meer gebruikt worden bij de optredens. Ook de fanfarevlag was niet meer representatief voor het nieuwe concept. Op 10 maart 2012 werd door burgemeester Vleugels de nieuwe vlag ingehuldigd gevolgd door ons jaarlijks muzikaal concert. In 2014 werd beslist om de muzikanten in de mogelijkheid te stellen een sweatervest met het logo van de harmonie aan te kopen.
Hoewel de officiële oprichtingsakte dateert van 10 juli 1820, was de Sinte Ceciliavereniging vermoedelijk al actief in 1819. Sinte Cecilia mag dus terecht als de eerste Heistse fanfare (of zoals toen in de volksmond ‘sociëteit’) worden beschouwd. Deze vereniging voerde onpartijdigheid hoog in haar vaandel. Sinte Cecilia werd in de loop der jaren echter steeds liberaler, hoewel het bestuur hardnekkig het tegendeel beweerde.
In de schoot van de Maatschappij begon de verdeeldheid en misnoegdheid te sluimeren. Naast de politieke en financiële troebelen, wou het op muzikaal gebied ook niet meer boteren. In oktober 1903 werd de componist en muziekleraar Karel Mertens aangenomen. Deze begon onmiddellijk met de voorbereiding van het op 1 januari 1904 geplande concert. Karel Mertens stelde zelf het feestprogramma op zonder het bestuur hierin te kennen of inspraak te dulden. Dit leidde uiteraard tot onderlinge wrijvingen. Vanaf 1905 stapelden de incidenten tussen het bestuur en de muziekmeester zich op. Zo waren een aantal bestuurders niet meer akkoord met de keuze van de dirigent Karel Mertens.
Vanaf september 1908 wordt de onenigheid in de schoot van de Sinte Ceciliafanfare ten top gedreven en werden alle activiteiten van de vereniging stilgelegd.
Periode 1909-1914
Het stilliggen van Sinte Cecilia heeft de rebellerende groep o.l.v. notaris Theofiel De Bie ertoe aangezet om op 6 mei 1909 een nieuwe maatschappij op te richten. De benaming van deze nieuwe muziekvereniging, namelijk ‘Rust Roest’, is in dit opzicht veel betekenend. Rust Roest ontstond dus door een afscheuring van de moederfanfare Sinte Cecilia.
Wegens het te geringe aantal muzikanten en het gebrek aan een voldoend aantal instrumenten werd ‘Rust Roest’ gesticht als Koorzangmaatschappij met als dirigent Karel Mertens. Enkele muzikanten zorgden daarbij voor de begeleidende muziek. ‘Rust Roest’ toonde zich van in het begin zeer actief, dit in tegenstelling tot ‘Sinte Cecilia’ waar alle activiteiten voor onbepaalde tijd waren stopgezet. Rust Roest heeft blijkbaar onmiddellijk bekendheid willen verwerven door het op touw zetten van verschillende zangfeesten. Ze heeft op die manier zichzelf willen bevestigen en getracht het bestaan van de Sinte Ceciliafanfare te doen vergeten.
Vanaf september 1910 laat Sinte Cecilia echter opnieuw van zich horen en begint er een woelige periode. Op 23 juni 1913 deed de Rechtbank uitspraak in het geschil en stelde Sinte Cecilia in het gelijk. Beide partijen gingen in een uiterst vijandige sfeer hun eigen weg. De omstreden dirigent Karel Mertens hield bij ‘Rust Roest’ de muzikale leiding in handen tot aan het uitbreken van WO I.
Uit die tijd stammen ook de vooral bij de oudere Heistenaren gekende schimpnamen. Volgens de overlevering zijn deze als volgt ontstaan: Toen Rust Roest één van haar eerste uitstappen door de Bergstraat deed, droegen de meeste deelnemers houten klompen. Dit was trouwens een normaal schoeisel in die tijd. Toen de fanfare Rust Roest Charel van Kwade Tist (Jan Baptist Wouters), een fervente Sinte Ceciliafan, passeerde, merkte die smalend op: “Zie dat daar lopen, ’t is precies ne blokkenhoop”. En zo was de naam ‘DE BLOK’ ontstaan. Daar echter het schoeisel van de muzikanten van Sinte Cecilia niet veel beter was, lag het voor de hand dat deze vereniging door de aanhang van Rust Roest prompt tot ‘DE KLOON’ werd omgedoopt.
Periode 1914-1918
Gedurende de oorlogsjaren lag alle verenigingsleven volledig lam. Niet alleen had de Duitse bezetter strenge bepalingen opgelegd, maar ook alle muziekinstrumenten in beslag genomen.
Periode 1918-1940
Na de oorlogsjaren begon ‘Rust Roest’ langzaam aan de heropleving. Het zangkoor waarmee in 1909 was gestart, werd afgeschaft. Reeds vanaf 1919 kende de fanfare onder leiding van Louis Van Houtvin uit Booischot opnieuw succes en ook de toneelkring bleef actief. Geleidelijk aan verdween gelukkig ook de vijandige houding tussen Sinte Cecilia en Rust Roest en kwam het uiteindelijk tot een verzoening, die werd bezegeld met een gezamenlijke uitstap naar Vlissingen in augustus 1929. In de volksmond zouden beide fanfares echter hun bijnaam DE BLOK en DE KLOON behouden en dit tot omstreeks 1980 toen alle activiteiten bij Sinte Cecila werden stopgezet.
Na dirigent Van Houtvin werd eind jaren twintig de muzikale leiding van de fanfare verzorgd door Leopold Wijnens en dit tot zijn overlijden in 1936.
Van 1936 tot 1940 was de dirigeerstok in handen van Theo Denteneer, een militair muzikant uit Mechelen. Onder de kundige leiding van Theo Denteneer werd het muzikale niveau van het fanfareorkest verhoogd en eind jaren dertig telde de fanfare Rust Roest ongeveer 50 muzikanten. Het verenigingsleven was in volle bloei en zowel het fanfareorkest als de toneelvereniging onder regie van John Wils oogstte vele successen.
Periode 1940-1945
Gedurende de oorlogsjaren 1940-1945 lag het verenigingsleven opnieuw volledig stil.
Periode 1945-1950
Na de bevrijding in 1945 hernam de fanfare haar activiteiten onder leiding van Paul Wijnens, muzikant van de fanfare. Jos Vrancx blies de toneelkring nieuw leven door van gesproken toneel om te schakelen naar operettes. Voor de fanfare werd in 1948 opnieuw beroep gedaan op dirigent Theo Denteneer. Onder zijn leiding behaalde de fanfare verschillende uitstekende uitslagen op muziekwedstrijden.
Periode 1950-1962
Tijdens de jaren vijftig begon de Amerikaanse invloed zich te laten gevoelen in het ontspanningsleven. Er was nu immers een brede waaier aan ontspanningsmogelijkheden. De operettekring ‘Rust Roest’ was, ondanks haar grote successen, het eerste slachtoffer en diende na de herneming van ‘De Lustige Weduwe’ op 05 en 12 april 1951, bij gebrek aan spelende leden en de zwaarder wordende financiële lasten ontbonden te worden.
Alle energie werd van dan af in de fanfare gepompt. Op 6 september 1950 werd de jonge dirigent Georges Follman aangeworven. Hij zou de fanfare leiden tot hem in 1962 een zwaar verkeersongeval overkwam waardoor hij geruime tijd werk onbekwaam werd. Gedurende die 12 jaren behaalde “Rust Roest” trapsgewijs zeer degelijke uitslagen op alle nationale en internationale wedstrijden waaraan werd deelgenomen. Ondanks al deze successen kreeg de fanfare in 1962 te kampen met een ernstige inzinking. In oktober 1962 werd Denis Van de Putte als dirigent aangetrokken, maar het tij was niet meer te keren.
Periode 1962-1975
Ondanks de behaalde successen kreeg ‘De Blok’ in 1962 te kampen met een ernstige inzinking. Het wegvallen van dirigent Follman was hiervan zeker niet de eerste of enige reden. In feite was de malaise al eind jaren vijftig begonnen.
In 1963 werd het verkrijgen van het predicaat ‘Koninklijke’ nog feestelijk gevierd met uitreiking van eretekens aan muzikanten, bestuurders en verdienstelijke leden. Ondanks deze viering zag Denis Van den Putte het aantal muzikanten op de volgende repetitie niet stijgen en nam eind februari 1963 dan ook ontgoocheld ontslag. Zo bleef de fanfare op een bescheiden manier actief onder leiding van Staf Verbist (1963-1973).
Op 5 en 6 mei 1973 wenste het bestuur de fanfare opnieuw in de belangstelling te plaatsen. Het oude vaandel uit 1926 was zodanig versleten dat het dreigde te scheuren. Het bestuur besliste dus noodgedwongen een nieuwe vlag te laten maken en gaf aan de Heistse kunstenaar Fil Van Bel de opdracht om een ontwerp te maken. Hoewel vrij abstract opgevat symboliseert deze vlag volgens de kunstenaar “De Blok die musiceert”. Te gelijker tijd werd beslist om kostuums aan te kopen voor de muzikanten, dat bestond uit een bruine vest en een beige broek met daaronder een wit hemd. Op het vestzakje werd een schildje met de afbeelding van de vlag aangebracht. Een beige muts alsook een groen strikje vervolledigde de outfit. De inhuldiging van de nieuwe vlag werd feestelijk gevierd. De kern van muzikanten bleef echter te beperkt, zodat zonder versterking van muzikanten uit andere fanfares het onmogelijk werd om nog verder te musiceren. Van augustus 1973 tot mei 1975 werd de muzikale leiding in handen gegeven van Jos Bellekens. Maar het korps was te zeer uitgedund. Het einde van de fanfare naderde met rasse schreden.
Periode 1975-1982
Omstreeks mei 1975 ontstond er tussen pot en pint een vaag idee om de fanfare nieuw leven in te blazen. Het zou immers zeer spijtig zijn dat deze onpartijdige fanfare in het centrum van Heist zou verdwijnen. Een groep enthousiastelingen onder leiding en aansporing van Karel Verschueren dokterden samen met het toenmalige bestuur van ”Rust Roest” een reddingsplan uit. Men trok de baan op, op zoek naar muzikanten. Uren en avonden werden besteed aan praten en overhalen van muzikanten. Wat niemand aanvankelijk voor mogelijk hield werd in oktober 1975 verwezenlijkt. Voor het eerst zat er opnieuw een volwaardig orkest aan de pupiter onder leiding van de jonge dirigent Jos Moons. Aan de naam Rust Roest werd het woord “Verbroedering” toegevoegd. Het vernieuwde bestuur startte in 1976 met groot enthousiasme. Er werd beslist om het uniform van 1973 te behouden, mits het aanbrengen van enkele wijzigingen. Zo werd de muts afgeschaft, het groene strikje werd vervangen door een bruine das en ook het schildje op het vestzakje werd aangepast door het jaartal 1973 te wijzigen in 1976, alsook het woord ‘Verbroedering’ toe te voegen, dit om het ontstaan van de vernieuwde fanfare beter te duiden. In 1977 werd gestart met de editie van een periodiek tijdschrift en in 1978 werd een jeugdfanfare onder leiding van Pol Compagnie boven de doopvont gehouden.
Ondanks de vele successen en een zestigtal muzikanten gaf Jos Moons in het voorjaar van 1982 te kennen dat hij wenste te stoppen als dirigent van de fanfare Rust Roest Verbroedering. Hij wou zich meer gaan toeleggen op de jazzmuziek en zijn eigen J.M. Bigband.
Periode 1982-1994
Na grondig overleg en overweging viel de keuze van het bestuur op de in Heist en omgeving goed gekende dirigent en componist Frans Verbeeck die op 9 mei 1982 de dirigeerstok overnam. Ook onder zijn leiding beleefde de fanfare een bloeiende periode en promoveerde van 3de afdeling naar ereafdeling. In 1983 werd er een Vrouwenbond opgericht en een aantal muzikanten van de fanfare traden op onder de benaming ‘The Oldtimers’. Tijdens het jubileumjaar 1984 werd het 75-jarig bestaan van de fanfare gevierd met naast een aantal nevenactiviteiten de uitreiking van eretekens aan muzikanten en bestuurders tijdens het tweedaagse muziekfestival.
In 1994 diende Frans Verbeeck wegens gezondheidsproblemen de dirigeerstok neer te leggen. Het afscheid van Verbeeck werd gevierd met een prachtig concert en uitreiking van eretekens aan muzikanten en bestuurders.
Periode 1994-2006
Opnieuw werd geopteerd voor het aanwerven van een ervaren dirigent, met name Jozef Ratajzcak. Er werd nog steeds regelmatig met het nodige succes deelgenomen aan concerttornooien. Jozef Ratajzcak was ook dirigent bij de KF Eendracht Maakt Macht van Hulshout. Daardoor ontstond er een nauwere samenwerking met deze fanfare. Naast enkele duoconcerts vormde de reis naar Polen in oktober 2000 het hoogtepunt van deze samenwerking. Vooral het concert in de zoutkamers van de mijn Wieliczka en de feestelijke optocht door de straten waren een geweldige ervaring. Na het concert in maart 2006 gaf Jozef Ratajczak te kennen dat hij wenste te stoppen met dirigeren.
Periode 2006- 2010
De laatste jaren was de kern van trouwe muzikanten stilaan herleid tot een dertigtal eenheden. De wekelijkse repetities werden door heel wat onder hen niet regelmatig bijgewoond. Het bestuur besloot bij het aanwerven van een nieuwe dirigent rekening te houden met zijn verdienste in de opleiding van jonge muzikanten. De keuze viel op Patrick Verhaegen, die met de opleiding van jonge muzikanten reeds zeer vertrouwd was als dirigent van “De Berthoutbengels”. Patrick heeft tot op heden nog steeds de muzikale leiding in handen.
In het jaar 2009 zou de fanfare 100 jaar bestaan. Het toenmalige bestuur besloot om er een mooi jubileumjaar van te maken.
In oktober 2008 werd het programma voor het jubileumjaar 2009 in een vaste vorm gegoten.
Op vrijdag 30 januari 2009 werd de pers uitgenodigd op de feestelijke opening van het jubileumjaar door burgemeester Vleugels alsook de tentoonstelling ‘100 jaar fanfare’ in zaal De Oude Zwaan. Aansluitend werd er een receptie gehouden.
Op zaterdag 31 januari stond de tentoonstelling ‘100 jaar fanfare’ open voor het grote publiek en dit van 10 tot 18 uur. De bezoekers konden gezellig nakeuvelen in de voor deze gelegenheid ingerichte cafetaria met aanbod van drank en pannenkoeken.
Op zaterdag 14 en zondag 15 maart waagde dirigent Verhaegen het om met het fanfareorkest ‘De Vier jaargetijden’ van Vivaldi op het programma te plaatsen. De muzikanten droegen op hun wit hemd voor deze gelegenheid een zwart strikje. De muziek werd gevisualiseerd met mooie beelden. Op zaterdag 9 mei volgde dan het orgelpunt, namelijk het jubileumconcert met Paul Michiels en Peter Van Woensel in het cultuurcentrum Zwaneberg en dit voor een volle zaal. Dit jubileumconcert werd voorafgegaan door een diner in zaal De Oude Zwaan en als afsluiter werd er na het concert nog lustig gevierd tijdens de afterconcertparty in dezelfde zaal met DJ Jef. Op zaterdag 10 oktober ging het teerfeest met een feestelijk tintje door. Op zondag 15 november werd het koffieconcert opgeluisterd met retromuziek en konden de aanwezigen genieten van een heerlijk stuk verjaardagstaart.
Op zondag 13 december werd een lekker ontbijtbuffet als afsluiter van het jubileumjaar aangeboden.
Periode 2010 tot heden: Van fanfare naar harmonie
Ondanks het goed geslaagde jubileumjaar haakten weerom enkele muzikanten af. Na het jaarlijks muziekconcert ging Patrick Verhaegen op zoek naar mogelijkheden om nieuwe muzikanten aan te trekken. Eind maart 2010 besloot het toenmalige bestuur onder impuls van dirigent Verhaegen de fanfare om te vormen tot harmonie. Hierdoor werd Rust Roest Verbroedering de enige harmonie in Groot-Heist tussen de talrijke fanfares die deze gemeente rijk is. Met de uitbreiding van het orkest met houtblazers zou het aantal muzikanten een welgekomen boost moeten krijgen. Na een moeilijke aanvangsperiode en een intensieve samenwerking met de gemeentelijke muziekacademie is de harmonie momenteel op de goede weg. Dit neemt niet weg dat er voortdurend inspanningen worden geleverd om nieuwe muzikanten aan te trekken. Door de omschakeling naar harmonie konden in de eerste plaats de fanfarehemden niet meer gebruikt worden bij de optredens. Ook de fanfarevlag was niet meer representatief voor het nieuwe concept. Op 10 maart 2012 werd door burgemeester Vleugels de nieuwe vlag ingehuldigd gevolgd door ons jaarlijks muzikaal concert. In 2014 werd beslist om de muzikanten in de mogelijkheid te stellen een sweatervest met het logo van de harmonie aan te kopen.